My playhome
Playhome is een interactieve vertelplaat. Je kunt in verschillende kamers van een huis en in de tuin van alles laten gebeuren. Je kunt poppetjes neerzetten, ze laten eten en drinken, de televisie aan en uitzetten, de gordijnen open en dicht doen etc. Er bestaan ook andere apps die gekoppeld kunnen worden aan My Playhome. Zo kan je in PlayHomeStores verschillende winkels bezoeken, oa een supermarkt en kledingzaak en artikelen kopen, deze kunnen ook mee naar huis genomen worden. In My Playhome school kan je de kinderen naar school laten gaan en rondkijken in allerlei lokalen en op de speelplaats. Tot slot is er ook PlayhomeHospital, een zelfde soort app maar dan met als thema ziekenhuis. Je kunt daar o.a. naar de röntgen afdeling, kantine en een aantal ziekenhuiskamers. Ook kan je de ambulance laten rijden.
LinksWaar kun je de app downloaden
Over de appWat kan er geoefend worden?
Actie reactie
Actie-reactie is de basis van communicatie. Een actie zoals geluid maken of iets aanraken lokt een reactie uit bij een ander of op de tablet.
Actie-reactie spelletjes houden in dat je ergens op tikt of geluid maakt en dat er als reactie daarop iets gebeurt. Bij sommige spelletjes komt er een bewegend beeld en geluid als je het scherm aanraakt. Er zijn veel verschillende soorten actie-reactie spelletjes zoals muziekinstrumenten, autootjes die gaan rijden en tekenspelletjes. Er is er altijd wel één te vinden die interessant is voor heel jonge kinderen of voor een kind dat nog beperkt is in de communicatie en in het spelen.
Als een kind actie-reactie spelletjes leuk vindt, kun je deze spelletjes gebruiken om de concentratie te vergroten of het apparaat beter te leren bedienen. Je kunt dan apps gebruiken waarbij het kind gericht moet tikken op een specifieke plek of apps die verschillende acties vragen zoals aanraken, loslaten of swipen. Ook kun je deze spelletjes goed gebruiken om imitatie uit te lokken door een actie voor te doen en af te wachten of het kind deze actie gaat nadoen om ook een reactie te krijgen.
Als het kind logopedie heeft, is het natuurlijk altijd goed om even te overleggen met de behandelend logopedist over welke oefeningen geschikt zijn.
Taalbegrip
Taalbegrip is begrijpen wat er tegen je gezegd wordt. Dit begint met het begrip van losse woorden en ontwikkelt zich tot het begrijpen van zinnen.
De volgende oefeningen kunnen spelenderwijs worden gedaan om het taalbegrip te verbeteren:
- "Waar" vragen. Bijvoorbeeld: "Waar is de auto?", "Waar is de pop?". Deze vragen kunnen ook iets moeilijker worden gemaakt door bijvoorbeeld een kleur of een bijvoeglijk naamwoord toe te voegen: "Waar is de rode auto?", "Waar is de kleine pop?" Of zelfs een combinatie van beide: "Waar is de kleine, rode auto?"
- Eenvoudige opdrachtjes (met twee voorwerpen/afbeeldingen). Bijvoorbeeld: "Zet de pop op de stoel", "De auto moet in de garage" of "Twee auto’s gaan botsen".
- Moeilijke (samengestelde) opdrachten. Bijvoorbeeld: "Zet de rode auto achter de groene bus" of "Zet de pop op de stoel en geef haar een boek" of "De auto moet stoppen voor het rode stoplicht".
Als het kind logopedie heeft, is het natuurlijk altijd goed om even te overleggen met de behandelend logopedist over welke oefeningen geschikt zijn.
Verstaanbaar praten
Verstaanbaar praten is het duidelijk uitspreken van klanken, woorden en zinnen. De ontwikkeling van spraakklanken gaat geleidelijk en in een bepaalde volgorde. Een kind van 4 jaar moet in staat zijn verstaanbaar te spreken. Als je kind slecht verstaanbaar is, is het belangrijk om contact op te nemen met een logopedist. De logopedist kan bepalen of de spraakontwikkeling normaal verloopt of dat logopedische behandeling nodig is.
De verstaanbaarheid kan spelenderwijs worden geoefend. Er zijn verschillende apps die hiervoor te gebruiken zijn. Het is hierbij wel belangrijk dat dit wordt gedaan in overleg met de behandelend logopedist.
Algemene tips:
- Spreek zelf duidelijk en rustig.
- Spreek het kind aan op ooghoogte, zodat het kan zien hoe de klanken worden gevormd.
- Als de logopedist aangeeft dat het kind een bepaalde klank moet oefenen, kan je dit doen door bijvoorbeeld samen een spelletje te doen op de tablet waarbij steeds een woord met deze klank voorkomt. Bijvoorbeeld als een kind de klankcombinatie "st-" moet oefenen, samen sterren stempelen in een teken app en hierbij steeds "sssssster" benoemen (met nadruk op de klank die moeilijk is).
Woordenschat
Met woordenschat bedoelen we de woorden die een kind kan begrijpen en gebruiken. Dit zijn concrete woorden zoals “beer”, “koekje” of “vogel”, maar ook werkwoorden zoals “drinken”, “slapen” en “rennen”. Wat later in de ontwikkeling leren kinderen ook meer abstracte woorden zoals “groot” en “klein”, kleuren en getallen. Je hebt woorden nodig om je gedachten, ervaringen en ideeën over te kunnen brengen.
Het is leuk om de woordenschat te oefenen rondom thema’s. Zo leert het kind welke woorden met elkaar te maken hebben en kan het de woorden ook meteen gebruiken in de dagelijkse situatie.
De volgende dingen kunnen worden gedaan om de woordenschat spelenderwijs uit te breiden:
- Benoem in alledaagse situaties wat je ziet en hoort. Zo krijgt het kind veel voorbeelden en leert het nieuwe woorden in de situatie waarin deze gebruikt kunnen worden.
- Samen plaatjes benoemen, dit kan in allerlei situaties zoals tijdens het voorlezen maar ook tijdens het spelen met een app. Als je dit doet tijdens een sorteerspelletje, leert het kind tegelijkertijd dat woorden in een bepaalde categorie horen.
- Het kind laten zeggen welk dier het wil horen bij een dierengeluidenspel en dan ook laten benoemen welk geluid het dier maakt.
- Het laten benoemen van plaatjes die jij aanwijst, bijvoorbeeld “auto” of “rode auto”.
- Tijdens een memory spelletje om de beurt de plaatjes benoemen.
- Situatiespellen spelen en vertelplaten bekijken waarbij het kind vertelt wat het ziet en hoort.
Als het kind logopedie heeft, is het natuurlijk altijd goed om even te overleggen met de behandelend logopedist over welke oefeningen geschikt zijn.
Zinsbouw
Met zinsbouw worden de zinnen die een kind maakt bedoeld. In het begin van de taalontwikkeling gaat het hierbij om het combineren van twee losse woordjes tot een zinnetje, bijvoorbeeld "mama eten". Later worden de zinnen langer en ingewikkelder en leert het kind ook om bijvoorbeeld de juiste werkwoordvervoegingen te gebruiken om zo correcte zinnen te maken.
Om de zinsbouw te oefenen is het belangrijk om aan te sluiten bij wat het kind laat horen. Luister of het kind in losse woorden spreekt of al twee- of meerwoordzinnetjes maakt. Sluit hierbij aan, herhaal wat het kind zegt en voeg een beetje taal toe. Het kind zegt bijvoorbeeld "auto", reageer hierop met "ja, de auto gaat rijden". Wanneer een kind vragen kan beantwoorden, kan de zinsbouw geoefend door vragen te stellen, bijvoorbeeld "wat doet de koe?", het kind kan dan een zinnetje maken zoals "de koe gaat liggen". Je kunt hierbij ook aanvulzinnen gebruiken, "Wat doet de koe? De koe gaat ...".
De zinsbouw kan ook worden gestimuleerd door specifieke zinsconstructies te oefenen bij een spelletje, zo kan je het kind bijvoorbeeld leren vragen om zijn favoriete app met "ik wil ..." of "mag ik ..." in plaats van alleen de naam van de app te noemen. Ook is het leuk om het kind in zinnetjes te laten vertellen wat het hoort of ziet, "ik zie ...".
Als het kind logopedie heeft, is het natuurlijk altijd goed om even te overleggen met de behandelend logopedist over welke oefeningen geschikt zijn.
Onze review
Een heel aantrekkelijke, gebruiksvriendelijke en multifunctionele app. Heldere, gedetailleerde tekeningen, veel te zien en te doen.