Dr Panda restaurant
Dr. Panda staat bij de ingang van het restaurant en verwelkomt de dieren die aankomen met een auto. Deze dieren kun je om de beurt naar boven slepen alwaar ze aan een tafeltje gaan zitten. In een gedachtenwolkje kun je zien wat het betreffende dier wil eten. Als je dit aantikt kom je in de keuken van Dr. Panda. Hier kun je de verschillende gerechten of drankjes gaan maken. Zo snij, roerbak, roer, blender of pers je gerechten of drankjes die het betreffende dier vervolgens geserveerd krijgt. Het eten kun je aan het dier geven. Als het bordje leeg is mag je deze vervolgens ook nog even opruimen zodat er weer plaats is voor een nieuw dier. Verder kun je als je op het afruimwagentje tikt afwassen en als je op de tafel tikt de tafel dekken.
LinksWaar kun je de app downloaden
Over de appWat kan er geoefend worden?
Taalbegrip
Taalbegrip is begrijpen wat er tegen je gezegd wordt. Dit begint met het begrip van losse woorden en ontwikkelt zich tot het begrijpen van zinnen.
De volgende oefeningen kunnen spelenderwijs worden gedaan om het taalbegrip te verbeteren:
- "Waar" vragen. Bijvoorbeeld: "Waar is de auto?", "Waar is de pop?". Deze vragen kunnen ook iets moeilijker worden gemaakt door bijvoorbeeld een kleur of een bijvoeglijk naamwoord toe te voegen: "Waar is de rode auto?", "Waar is de kleine pop?" Of zelfs een combinatie van beide: "Waar is de kleine, rode auto?"
- Eenvoudige opdrachtjes (met twee voorwerpen/afbeeldingen). Bijvoorbeeld: "Zet de pop op de stoel", "De auto moet in de garage" of "Twee auto’s gaan botsen".
- Moeilijke (samengestelde) opdrachten. Bijvoorbeeld: "Zet de rode auto achter de groene bus" of "Zet de pop op de stoel en geef haar een boek" of "De auto moet stoppen voor het rode stoplicht".
Als het kind logopedie heeft, is het natuurlijk altijd goed om even te overleggen met de behandelend logopedist over welke oefeningen geschikt zijn.
Woordenschat
Met woordenschat bedoelen we de woorden die een kind kan begrijpen en gebruiken. Dit zijn concrete woorden zoals “beer”, “koekje” of “vogel”, maar ook werkwoorden zoals “drinken”, “slapen” en “rennen”. Wat later in de ontwikkeling leren kinderen ook meer abstracte woorden zoals “groot” en “klein”, kleuren en getallen. Je hebt woorden nodig om je gedachten, ervaringen en ideeën over te kunnen brengen.
Het is leuk om de woordenschat te oefenen rondom thema’s. Zo leert het kind welke woorden met elkaar te maken hebben en kan het de woorden ook meteen gebruiken in de dagelijkse situatie.
De volgende dingen kunnen worden gedaan om de woordenschat spelenderwijs uit te breiden:
- Benoem in alledaagse situaties wat je ziet en hoort. Zo krijgt het kind veel voorbeelden en leert het nieuwe woorden in de situatie waarin deze gebruikt kunnen worden.
- Samen plaatjes benoemen, dit kan in allerlei situaties zoals tijdens het voorlezen maar ook tijdens het spelen met een app. Als je dit doet tijdens een sorteerspelletje, leert het kind tegelijkertijd dat woorden in een bepaalde categorie horen.
- Het kind laten zeggen welk dier het wil horen bij een dierengeluidenspel en dan ook laten benoemen welk geluid het dier maakt.
- Het laten benoemen van plaatjes die jij aanwijst, bijvoorbeeld “auto” of “rode auto”.
- Tijdens een memory spelletje om de beurt de plaatjes benoemen.
- Situatiespellen spelen en vertelplaten bekijken waarbij het kind vertelt wat het ziet en hoort.
Als het kind logopedie heeft, is het natuurlijk altijd goed om even te overleggen met de behandelend logopedist over welke oefeningen geschikt zijn.
Zinsbouw
Met zinsbouw worden de zinnen die een kind maakt bedoeld. In het begin van de taalontwikkeling gaat het hierbij om het combineren van twee losse woordjes tot een zinnetje, bijvoorbeeld "mama eten". Later worden de zinnen langer en ingewikkelder en leert het kind ook om bijvoorbeeld de juiste werkwoordvervoegingen te gebruiken om zo correcte zinnen te maken.
Om de zinsbouw te oefenen is het belangrijk om aan te sluiten bij wat het kind laat horen. Luister of het kind in losse woorden spreekt of al twee- of meerwoordzinnetjes maakt. Sluit hierbij aan, herhaal wat het kind zegt en voeg een beetje taal toe. Het kind zegt bijvoorbeeld "auto", reageer hierop met "ja, de auto gaat rijden". Wanneer een kind vragen kan beantwoorden, kan de zinsbouw geoefend door vragen te stellen, bijvoorbeeld "wat doet de koe?", het kind kan dan een zinnetje maken zoals "de koe gaat liggen". Je kunt hierbij ook aanvulzinnen gebruiken, "Wat doet de koe? De koe gaat ...".
De zinsbouw kan ook worden gestimuleerd door specifieke zinsconstructies te oefenen bij een spelletje, zo kan je het kind bijvoorbeeld leren vragen om zijn favoriete app met "ik wil ..." of "mag ik ..." in plaats van alleen de naam van de app te noemen. Ook is het leuk om het kind in zinnetjes te laten vertellen wat het hoort of ziet, "ik zie ...".
Als het kind logopedie heeft, is het natuurlijk altijd goed om even te overleggen met de behandelend logopedist over welke oefeningen geschikt zijn.
Onze review
Deze app is mooi opgezet. Hij is redelijk intuïtief in gebruik, niet alles is meteen de eerste keer vanzelfsprekend maar door te doen kom je er vanzelf achter wat de mogelijkheden zijn. Vooral de plaatjes van het eten en de ingrediënten zijn mooi en duidelijk. Het beeld over het algemeen is wat druk waardoor kinderen die snel het overzicht kwijt raken veel op zich af kunnen krijgen. De app reageert goed op bewegingen maar je moet wel een goed gevoel en begrip hebben van wat je moet doen. Het eten in de mond van de dieren doen lukt niet altijd waardoor het beloningselement soms niet goed uit de doeken komt. Doe deze app met kinderen vanaf drie jaar dan ook altijd samen, dan kun je helpen en vereenvoudigen. Met deze app kun je taal oefenen rondom het thema eten en drinken. Verschillende begrippen kunnen aan bod komen (woordenschat). De handelingen kunnen begeleid worden met korte zinnen (zinsbouw). En je kunt korte opdrachtjes geven (doe maar..roeren) (taalbegrip). De eenvoudige combinatie handelingen bestaan uit logische stappen die eerst afgemaakt moeten worden dit bevorderd het logisch denken en je kunt taakgerichtheid oefenen. Daarbij leert je kind ook nog een beetje koken!